Een asbestattest omvat een oplijsting van alle asbesthoudende materialen aanwezig in een gebouw waaraan een bewoner kan worden blootgesteld. Op basis van aanwezigheid alsook de staat van het materiaal wordt beschreven in welke mate een woning “veilig” is om blootstelling aan asbestvezels te vermijden. Door het attest zijn zowel koper als verkoper duidelijk geïnformeerd.
Vanaf 23 november 2022 wordt het verplicht om bij de verkoop van een woning gebouwd voor 2001 over een asbestattest te beschikken. De makelaar of notaris neemt de informatie uit het asbestattest op in de notariële akte en toetst bijgevolg de aanwezigheid van een geldig asbestattest.
Het gebruik of herbruik van asbesthoudende materialen in gebouwen is sinds 2001 bij wet verboden voor alle denkbare toepassing. Bijgevolg dient er geen asbestattest beschikbaar te zijn voor gebouwen die zijn opgetrokken vanaf het jaar 2001.
In het kader van de verkoop van een woning wordt een zogenaamde “niet-destructieve” asbestinventaris opgemaakt, waarbij enkel bouwmaterialen worden onderzocht die zichtbaar zijn in betreedbare ruimten. Eventuele ingekapselde materialen worden niet onderzocht. Er zullen dus geen grote panelen, vloeren of plafonds worden opengebroken.
In het kader van geplande sloopwerken of verbouwingswerken waarbij een gebouw deels zal worden gesloopt, is het echter wel interessant om een destructieve asbestinventaris op te maken gezien tijdens de uitvoering van de sloop deze bouwmaterialen zullen vrijkomen en bij ondeskundig verwijdering asbestvezels zouden vrijkomen.
Ja!
In het “inspectieprotocol asbestinventarisatie” opgemaakt door de OVAM staat omschreven welke asbestverdachte materialen verplicht dienen te worden geanalyseerd om al dan niet als asbesthoudend materiaal te worden geïdentificeerd. Dit betreft een veelvoud van toepassingen in woningen.
Asbestattest Vlaanderen biedt een offerte op maat aan waarbij er geen meerkosten worden aangerekend voor eventuele bijkomende staalnames en analyses. Laat u dus niet misleiden door goedkope offertes waarbij meerkosten voor noodzakelijke staalnames en analyses supplementair worden aangerekend.